
Dit leed geen twijfel. Wat opviel was dat het orkest bijna uitsluitend uit jonge mensen bestond met een dito dirigent. Mijn hart ging uit naar het pianoconcert van Chopin, prachtig vertolkt door een onbekende pianist in mijn lekenogen. De jongeman oogde of hij weinig zon in zijn leven had gezien, zonder dat dit nou met slechte zomers te maken had gehad. Het frêle lijf stak magertjes in het iets te ruime pak en zijn haardos was al tot een minimum beperkt. Hierdoor glansde het kale hoofd in het licht van de kroonluchters. Hij speelde zoals hij er uit zag en zijn bestaan grotendeels had gebruikt om het pianospel te vervolmaken. Zonder bladmuziek toverde hij de noten en akkoorden uit de zwart glanzende Steinway en Sons met magere vingers bijna zo wit als de pianotoetsen. Met alle eer aan de componist dansten zijn handen lenig als twee grote bleke spinnen over het klavier. Ontroerend mooi.
Ik heb me vast voorgenomen over niet al te lange tijd weer te gaan. Het liefst naar een uitvoering met veel drama van een of meer russen zoals Chatsjatoerian, Rachmaninov of Tschaikovsky. En als het even kan naar het optreden van Langlang op 14 februari. Als er tenminste nog kaarten te krijgen zijn.