Zoeken in deze blog

zaterdag 14 april 2012

Stalker

Goed truitje, Britt
Britt heeft een stalker. Maar Britt is een bikkel en zoals gewoonlijk pakt Britt het nogal luchtig op. Zelf had ze ook wel eens voor een deur gehangen, vertelde ze. Van enige dreiging was dan ook geen sprake.

In mijn stalkboekje staat John nog altijd op eenzame hoogte. John was een van mijn allergrootste fans toen ik een jaar of twintig was. Overdag stond ik op de markt en 's avonds werkte ik in een kroeg in Bussum. Aan de bar volgden zijn ogen mijn verrichtingen slaafs, al waren deze zeker het onthouden niet waard. John was getrouwd, had kinderen, een bedrijf en een geit. Niet gehinderd door deze details hunkerde hij voort. Onze conversatie reikte niet verder dan de gebruikelijke trivialiteiten en de uitnodigingen om samen op stap te gaan sloeg ik beleefd af.
De tijd verstreek. John bleef komen, evenals een heleboel andere stamgasten. De bos rozen op mijn verjaardag kon ik nog wel waarderen, al begon me destijds al wel op te vallen dat de goudkleurige Citroën CX verdacht vaak in mijn buurt geparkeerd stond. Toen ik hem hier op aansprak beriep hij zich op toeval. Maar eenmaal in de gaten begon het toch aardig irritant te worden. De auto verscheen overal en met name geparkeerd voor mijn woning, in het centrum van Bussum.
Uiteindelijk verscheen in een van de plaatselijke kranten een advertentie. De zaak stond te koop en John zou naar Spanje vertrekken. Met mij! Niet dat ik ooit het nieuws las in die tijd maar de vele gelukwensen c.q. boze reacties die ik kreeg spraken boekdelen. Het goede gesprek dat er tussen ons volgde haalde niets uit. Met man en macht probeerde ik hem te overtuigen van mijn oprechte desinteresse in hem, zijn leven en al helemaal die geit. Mijn pogingen waren ijdel. Ook de aangifte bij de politie had geen resultaat. Het is algemeen bekend dat je daarvoor eerst gewurgd dient te worden.
Op een zekere zaterdagavond kwam onze fictieve relatie tot een climax. Nietsvermoedend zat ik thuis een film te kijken tot ik iemand hoorde morrelen aan het raam in de keuken. Achter mijn etage boven een kledingwinkel stond de werkplaats van de naastgelegen fietsenhandel. Via de steeg tussen de winkels kon je dus met gemak op het platte dak hiervan klimmen richting mijn keuken. Maar het raam was een stukje verderop en niet zo eenvoudig te bereiken, dus who the f....
Als de dood sloop ik de slaapkamer in. Het wrikken en breken ging door. Met ingehouden adem luisterde ik naar de voortgang die er gemaakt werd en realiseerde me dat er over niet al te lange tijd iemand zonder uitnodiging midden in mijn huis zou staan.
En toen werd ik boos. Niet een beetje maar heel erg. Tijd voor actie. De slaapkamerdeur zwaaide open en ik stoof de keuken in. Met bruut geweld trok ik het raam open. Daar stond de manspersoon van bijna twee meter op het randje van het kozijn te balanceren. Onhandig stuntelde hij met zijn lange lijf het raam door de keuken in en keek me onnozel aan.
Woest was ik. Zwaar geschonden in mijn privacy vloekte en tierde ik tegen John dat het een lieve lust was en bonjourde hem alsnog de deur uit. Dat zou hem leren. Maar de volgende dag stond de auto gewoon weer tegenover mijn voordeur geparkeerd.
Ik was ten einde raad. Wat nu? Tegen zoveel vastberadenheid was ik niet bestand. Welke opties had ik nog. Er restte nog maar een poging om mijn leven weer terug te krijgen; zijn ouders.
Vader en moeder waren al op leeftijd en meer dan vijftig jaar gevestigd in een van de zijstraten van de Huizerweg, waar ze een winkel in melk en andere zuivelproducten dreven. Er zat niets anders op dan ze een bezoek te brengen.
Ik zie de oudjes nog zitten. Altijd snoeihard gewerkt, met zachte rode randjes onder de doorleefde ogen. Zo vriendelijk als mogelijk legde ik uit wat de situatie was, de noodzaak van mijn bezoek aan hen onderstrepend. Dat het echt niet mijn bedoeling was ze overstuur te maken maar dat alle andere mogelijkheden zonder het gewenste resultaat waren gebleven. Zijn moeder begon te huilen. Het brak mijn hart. Nooit zal ik dat beeld van deze twee mensen naast elkaar op de bank meer vergeten, maar het kon niet anders. En... het hielp. John begreep eindelijk dat er geen gezamenlijke toekomst voor ons in het verschiet lag. Wat een opluchting.

donderdag 12 april 2012

Tip!

Eet nooit een broodje met verse knoflook in de auto. Je blijft er nog dagen plezier van hebben. Was wel heerlijk broodje.

dinsdag 10 april 2012

Maarten

Al vele jaren was de zwarte BMW op zaterdagochtend, na een avond in het café, niet meer in de Dorpsstraat te vinden. Maar nu is het laatste fluitsignaal dan ook echt gegeven. Maarten de Vos, oud sportjournalist en eigenaar van het sport promotiebureau, is niet meer. De stroom aan berichten op het internet zijn veelzeggend. Mart Smeets, Van Hanegem en Jaap de Groot, allemaal zijn ze lovend over hem. Ik sluit me er volledig bij aan. Maarten was iemand met bijzondere kwaliteiten. Bij onze eerste kennismaking dirigeerde hij miij met aanhang naar Neeltje Pater in Broek en Waterland waar de welbekende fles Fleurie op ons stond te wachten. Vele ontmoetingen volgden. Altijd met een goed gesprek en plezier, gepassioneerd en emotioneel.
Wat me opviel in de berichten waren zijn twee grote wapenfeiten, het boek De Ajacieden en de film over Johan Cruijff. Eigenlijk ben ik me daar nooit erg bewust van geweest. Waarschijnlijk kwam dit door Maarten zelf. Hij had het veel liever over zijn boek ´Tussen de benen´. Toen ik onderstaande tekst uit 1990 van René Appel tegenkwam moest ik wel even lachen. Maarten was inderdaad ijdel en zeker niet een van de makkelijkste. Maar misschien moet je wel een beetje ijdel zijn om tot grote prestaties te komen. Ook ik zal hem missen.

Maarten de Vos meldt in zijn van ijdelheid bijna kromgetrokken boekje ‘Tussen de benen’ een geheel andere afkorting die in de Amsterdamse Midden meer gebruikt schijnt te worden: zetveetje, wat staat voor ‘zakkie vijgen’, een matige achterhoedespeler.

maandag 9 april 2012

Pasen II

Wel eens van die dorre planten overblijfselen door de woestijn zien rollen? Grote bollen voort geblazen door de wind. Waar ze vandaan komen weet niemand maar als stille getuigen van het bestaan van leven in dit verbrande landschap buitelen ze voort naar... naar nergens.
Mijn huis vertoonde de laatste weken enige gelijkenis. Grote bollen stof waaiden door de gangen, de strijkplank prijkte midden in de woonkamer en bij Frank leek een bom ontploft. Mijn bed bedolven onder jurken en mantelpakjes, gedragen bij de vele ontmoetingen van de voorbije dagen en als ik de (koel)kasten open trek weet ik waarom ik geen muizen heb; ze zijn leeg. Na een dagje poetsen is de lucht geklaard. Alles hangt weer gewassen en gestreken in de kast en frisse oranje tulpen staan in een glazen vaas in de opgeruimde kamers. Kaarsjes branden en gezonde schotel staat in de oven gaar te worden.
Wie denkt dat ik constant in kroegen hang komt bedrogen uit. Geen grotere muts dan ik

zondag 8 april 2012

Pasen I

Meet Herman. Herman is het grootste konijn op aarde en knaagt twee kilo voer per dag. Vreemd dat die extreme dieren altijd Herman moeten heten.