Zoeken in deze blog

zondag 19 augustus 2012

Sicilië (4)

Het is 23 juli. In Nederland begint het mooi weer te worden maar in het zuiden van Italië regent het hard. Als we uit de gondel komen duiken we snel een terras op om niet helemaal doorweekt te raken. De straatverkopers die zich doorgaans specialiseren in zonnebrillen, sieraden en speelgoed handelen nu in paraplu's. Voor vijf euro gaan ze grif van de hand. Wij passen er voor. Als doorgewinterde toeristen in Italië weten we immers dat een paar buien in juli alleen maar lekker zijn en nooit lang standhouden. We maken van de gelegenheid gebruik om ons naar hartelust op de 'soldi' te storten. Italiaanse uitverkoop is tenslotte nooit te versmaden. De tassen geven wij aan de mannen mee. Zij gaan in de loop van de middag terug naar het hotel en zwembad. Caroline en ik besluiten gebruik te maken van een van de leuke geheimen van Taormina.
Het is even zoeken maar dan hebben wij 'm gevonden. De ellenlange trap die achter in het plaatsje verscholen ligt. Met zijn 600(!) treden slingert ie langzaam de berg op waarna je bij aankomst overal hoog bovenuit toornt en het toch al mooie uitzicht enkel maar imposanter wordt. De regen heeft plaats gemaakt voor de zon en stukje bij beetje begint alles weer op te warmen. Wij zijn niet echt gekleed op de wandeling. Beiden op slippers en Caroline heeft nog een handtas aan haar arm. Tsja, je bent een fashionista of niet.
Wij stappen flink door. De optreden zijn riant en daardoor zelfs voor een ongetrainde zoals ik prima te doen. Boven aangekomen puffen we even om bij te komen en verzuchtten daarna hoe prachtig het wel niet is daarboven. Ik werp een blik in de kleine kapel waarvan ik het bestaan bijna vergeten was. Hij is niet open maar door de glazen deuren kun je de inrichting goed zien. Dankbaar drinken wij uit het de kleine waterfontein naast de kapel en overwegen wat te doen. Terug naar beneden of door naar Castelmola.
De klim die wij zojuist gemaakt hebben valt in het niet vergeleken met de weg naar Castelmola. Het pittoreske dorp ligt bovenop een bergtop en bij de blik omhoog twijfelen we. Maar wij zijn nu toch al halverwege en veel zin om terug te gaan hebben we niet. We gaan op weg.
Nog geen 200 meter verder stuitten wij op een jong stel. Zij zijn beter uitgerust dan wij. Bergschoenen en rugzakken. Ook zij zijn onderweg naar Castelmola maar hebben geen idee welke kant ze op moeten. Als ik naar de bergtop wijs schrikken ze licht. Na de mededeling dat ze ons gerust kunnen volgen, volgt er verbazing. De slippers en handtas boezemen blijkbaar weinig vertrouwen in. Ze komen er wel zeggen ze en wij hervatten de reis.
De weg gaat steil omhoog en het duurt niet lang voor ik flink buiten adem ben. Tot mijn vreugde zie ik een bord met de richting en een pictogram van een trap. Het blijft bij een bord, de trap komt nooit. De weg wordt een pad en het pad wordt almaar steiler en steiler. De handtas naast mij wandelt vrolijk zonder problemen door terwijl ik enorm mijn best moet doen mijn vermoeidheid en gehijg enigszins te onderdrukken. Omdat ik me niet wil laten kennen roep ik tijdens mijn bijna-dood-ervaring: "Nee hoor schat, het gaat prima.", om vervolgens stil biddend, dat het niet heel lang meer duurt eer we boven zijn, verder te gaan. Een enkele keer vinden we, ter afwisseling van het hellingpad, een horizontale steen waar we kort op uitrusten.
Eindelijk staan we op het pleintje met eronder de rotswand die loodrecht naar beneden loopt. Hier vandaan lijkt de krater van de Etna voor het grijpen en kunnen wij alle steden en dorpen in de omgeving zien liggen. Adembenemend mooi. In dit geval zelfs letterlijk. Van Taormina is niets anders meer over dan een zee aan minidaken. Het enige dat nog goed te onderscheiden is is het Griekse amphitheater waar we eerder die dag een rondgang hebben gemaakt.
Wij snakken naar een drankje en kijken rond. Ook dit dorp heeft een verborgen schat waarvan ik, in tegenstelling tot de trap in Taormina, noch de naam, noch de locatie weet. Gezien de gevoeligheid van het onderwerp kiezen wij ervoor te gaan zoeken in plaats van de weg te vragen. Zonder resultaat en onverrichter zaken komen we weer op het plein terug. Er is overleg en een hoop gegiechel en net als wij moed verzameld hebben om de vraag aan de man met de grote I van Informazioni op zijn rug te stellen, worden we aangesproken door een van de Italianen. Hij heeft lang geleden drie jaar in Monnickendam gewoond en in Purmerend gewerkt en had ons al als Hollanders ingeschat. Blij met zijn beperkte maar voldoende Nederlandse woordenkennis vragen wij hem naar het café dat we niet op eigen kracht kunnen vinden. Hij lacht en neemt ons mee. Een van de zijsteegjes in de straten komt uit op een ander plein. Er loopt een smalle trap naar beneden. Halverwege blijft hij staan en wijst ons de ingang. De uitnodiging om iets met ons mee te drinken slaat hij af. "Lavorare." Na een bedankje gaan we naar binnen.
Bar Turrisi (check out de photogallery) of wel het 'piemelcafé' stelt niet teleur. Er zijn piemels in alle kleuren en maten waar je ook kijkt. Zelfs de klok boven de bar heeft een wijzer in de vorm van een penis. Op de tweede etage vinden wij een tafeltje op een van de balkons en bestellen een Pina Colada. Iedere keer ontdekken wij weer iets nieuws. De handgrepen van de deuren zijn in piemelmodel gegoten maar ook de met mozaiek ingelegde tafels herbergen piemelafbeeldingen. Het menu heeft dezelfde vorm en ook de servetten horen onmiskenbaar bij dit café.
Beneden zien wij het stel met de rugzakken over het pleintje lopen. Ze kijken omhoog en wij zwaaien vriendelijk. In de dakgoot van de kerk zien we twee duiven tortelen zoals we niet eerder gezien hebben en even, heel even daar op die berg lijkt de wereld probleemloos en ideaal.

2 opmerkingen:

Evert-Jan zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Evert-Jan zei

Wel grappig dat die bar Turrisi letterlijk het hoogtepunt vormt van jullie tocht... ;-)
Zie dat de tafeltjes ook in stijl zijn beschilderd...