
Tijdens de vliegreis naar Djerba waren er ook een aantal tennissers meegereisd. Ik schat een stuk of zestig, te herkennen aan overdreven tassen en kledij. Terwijl we ons inreispapiertje invulde, nodig om de douane te passeren, loerde ik stiekem mee met mijn onbekende, maar overduidelijk ook tennisende buurvrouw. Communicatiemanager stond bij beroep ingevuld. Aha, daar viel nog wel wat informatie weg te halen.
Dus begon Marieke tegen de dame in kwestie over of het leuk was zo'n tennisreis, al eerder gedaan?, hoeveel spelen jullie dan? etc. Het antwoord was verrassend.
Er werd een parallel getrokken van de tennisbaan naar het dagelijkse leven en in alle ernst vertelde Tante Tennisbal dat er regelmatig mensen zodanig met zichzelf geconfronteerd werden dat ze in huilen uitbarstten. Na deze openbaring proestten we het nog net niet uit.
In de rij voor de douane bleek de rest van het gezelschap net zo knettergek te zijn als onze zwaar gestoorde communicatieJomanda en met een gerust hart stelden we vast in een ander hotel te zitten.
Ik zie mijn jongen geconcentreerd maar lachend over de baan lopen. Houden zo. Nooit geweten dat tennis zo levensbedreigend kon zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten